Er is alweer meer dan een week voorbij gegaan, dus het werd weer tijd voor een (serieuze) post. De lessen zijn vorige week weer goed verlopen, afgezien van wat paniekerigheid over de Mexicaanse griep die nu ook op onze universiteit de ronde doet. We zien steeds meer mensen met mondkapjes rondlopen, hoewel die volgens de KULeuven alleen nuttig zijn als je al ziek bent en om de ziektekiemen niet verder te verspreiden. Het hoeft dus niet gezegd dat geen van ons westerse buitenlanders zo'n ding al heeft omgedaan. ;)
Vorige week vrijdag was ook eindelijk het officiële welkomstfeestje in de Kaikan; het kamercomplex voor internationale studenten. Ondanks dat wij daar niet wonen, waren we wel uitgenodigd. We hadden geen idee wat te verwachten, en omdat het om 18u30 begon hadden Bregt en ik daarvoor toch al wat gegeten. Wat bleek nu; er was voedsel en drank in overvloed! Ik had niet echt honger meer, dus heb alleen iets gegeten dat onzettend veel op appelflap lijkt, maar dan in een loempia-vorm. Echt lekker, en een vreemd bekende smaak, zo ver van huis.
Blijkbaar zijn feestjes in Japan verder toch iets anders dan bij ons, want iedereen moest een naamkaartje met land van herkomst opplakken, en werd er eerst verwacht dat we ons allemaal nog eens formeel gingen voorstellen (jikoshoukai noemen ze dat). Gelukkig was dat door het grote aantal mensen al ondoenbaar gebleken vóór onze aankomst; het is iets wat ik echt niet graag doe, en wat jammergenoeg tot in den treure herhaald wordt.
Toen iedereen de tijd had gekregen om wat te eten en te praten, gingen we - tot mijn grote verbazing - bingo spelen. Iedereen kreeg een kartonnen kaartje met uitdrukbare nummers erop, en terwijl meneer Sato de computer bediende voor de cijfers (Japanners doen niet meer aan molentjes en balletjes), was er een presentator die de cijfers omriep en de winnaars ontving, een woordje liet zeggen en ze dan verder verwees naar de prijzentafel. Taka, de Japanner van de week voordien, won een douche-handoekje met het logo van de toeristische dienst. Fantastisch. Of sugoi, zoals ze hier zeggen. Daarna werd er nog op een vreemde manier steen-schaar-papier gespeeld, en de uiteindelijke winnaar kreeg een naaimachine. Sugoi.
Tegen die tijd waren wij al een beetje uitgekeken op het hele gebeuren, en zijn hem gesmeerd. Maar het feestje zou sowieso al eindigen om 21u, dus we voelden ons er niet slecht over. Toen zijn we met z'n 6en naar de Elbow Room gegaan, die heel gezellig is, maar niet veel meer mensen dan dat kan herbergen. Vandaar de naam.
De volgende dag waren Bregt en ik precies een maand in Japan, dus zijn we die avond met Miyuki en nog 3 Japanse vriendinnen wat gaan drinken in de Irish Pub. Die dit fijne uithangbord had:
Zoek de fouten, zou ik zeggen! ;) Eerst was het een beetje stroef, maar toen de Japanse dames allemaal een cocktail op hadden werd het een pak gezelliger!
Eerder die dag was ik nog een rondje langs de campus gaan maken, omdat de bomen daar echt heel mooi zijn. Ik was eigenlijk precies op tijd, want daarna is het gaan regenen, en er liggen nu meer blaadjes op de grond dan er nog aan de bomen hangen. Het gaat hard hier! Het resultaat is trouwens te zien op mijn reiscorrespondentie-pagina, via de link hier rechts op mijn blog.
Zondag zijn we naar een concert van het Matsumoto Stadskoor geweest, waar het IC 4 gratis kaarten voor gekregen had. Die hebben Olga en ik meteen ingepikt, en samen met Lilli en Bregt hebben we een prachtige a-Capella versie van verscheidene Japanse en Engelse middeleeuwse liederen mogen horen, met als Bijbels voorafje het Kyrie. Het duurde ook niet al te lang, anderhalf uur in totaal, dus het bleef leuk.
Daarna zijn Lilli, Bregt en ik nog een Tai-yaki gaan eten in de stad; een karpervormige huls van pannenkoekendeeg gevuld met verscheidene ingrediënten: chocola, pudding, curry, zachte kaas, knakworst en mayo... En ze zijn versgemaakt en nog warm als je ze krijgt, mmmm... Maar goed, wij zaten dus genoeglijk met z'n 3en op een bankje te genieten, komt er een blonde vrouw naar ons toe. Ze had Bregt en mij blijkbaar horen praten, en vroeg of we Vlaams waren. Zij dus ook (nee, echt?!). Met haar toen leuk een paar minuten gepraat, tot haar man zich ermee kwam bemoeien. Als je in België Japanologie studeert, zijn er maar 2 mogelijkheden: Leuven of Gent. Toen bleek dat wij van Leuven waren en prof. VandeWalle kenden, viel hij ons zowat aan en monopoliseerde hij de hele conversatie.
Vanwege het feit dat hij er een paar controversiële boeken over gelezen had, benutte hij de daaropvolgende 10 minuten om onze kennis van de Japanse geschiedenis door het slijk te halen, de invasie van Mantsjoerije en de slachting van Nanking te verantwoorden, en ons fijntjes te laten weten dat we voor niets aan het studeren zijn omdat we toch allemaal zullen eindigen als serveerster in een Japans restaurant "om onze taal bij te houden". In the quiet words of the Virgin Mary... come again?
Zijn vrouw kon wel door de grond zakken van schaamte, en probeerde steeds een luchtiger onderwerp aan te snijden, maar het was tevergeefs. Het ergste is nog dat hij, ondanks zijn semi-intellectuele breedspraak, scheen te denken dat het feit dat een misdaad in het verleden al voorgekomen is, betekent dat diezelfde misdaad op een later tijdstip niet veroordeeld kan worden. Dat, omdat Europese landen ruim 200 jaar geleden zelf landen koloniseerden, we geen kritiek mogen leveren op het feit dat Japan zich in 1931 Mantsjoerije toeëigende. Nogal kort door de bocht, als je het mij vraagt. Maar goed, zeer vervelende vent dus, waar we ons grenzeloos over opgewonden hebben. We hadden nog het meeste medelijden met zijn vrouw; zij moet er elke dag naar luisteren. Overigens wel opvallend dat alle Japanners tot nu toe super vriendelijk zijn geweest, en de enige betweterige zeikerd die we tegenkomen is er een van (bijna) thuis. Nou vraag ik je!
Dinsdag zijn we met de les "Japanse maatschappij en Japanners" op bezoek geweest bij de afvalrecyclage-fabriek van Matsumoto. Daar hebben we eerst een filmpje gekeken en daarna een rondleiding gehad, waar ik één woord op de tien verstaan heb en waar ik een verslag van 2 pagina's over moet schrijven. In het Japans, natuurlijk, dus dat wordt een hoop opzoeken op de website van dat bedrijf en in mijn assortiment woordenboeken. Ik zit te denken aan een groot lettertype, dubbele witte regel en veel bijvoeglijke naamwoorden.
We hebben o.a. gezien waar het afval binnengebracht wordt (250 ton per dag), waar het wacht op verbranding - lijkt een beetje op Oom Dagobert zijn geld-zwembad, maar dan met afval - en waar het plastic met de hand gesorteerd wordt om te zorgen dat er geen foute zaken tussen zitten. Trouwens, nog een baan die ik zeker van mijn lijstje met toekomstmogelijkheden schrap. Niet dat ik er eigenlijk aan gedacht had het er op te zetten, maar ok.
Alles bij elkaar best een geinig bezoekje, omdat we nu ook weten dat de warmte die de verbranding van het afval genereert, gebruikt wordt om een nabijgelegen zwembad te verwarmen. Het heeft een golfslagbad, grote glijbaan, een whirlpool en is de hele winter lekker warm, dus ik denk dat we er wel eens een kijkje zullen nemen. :)
hahaha die kerel! suffers from significant levels of retardation:D Hebben jullie em wel van repliek gedient of...?
ReplyDeleteniet echt, want hij kwam met zo'n geweld over ons heen dat we nog in de fase van "What the fuck..." waren toen ze alweer weg waren. Toen kwam de verontwaardiging pas. Maar idd rrrrrretardation, haha!
ReplyDelete