Monday, 23 November 2009

Gevecht tegen de tocht

Op een plaats waar temperaturen onder het vriespunt in de winter meer regel dan uitzondering zijn, is het geen goed idee om enkele beglazing te hebben in de vorm van schuifdeuren die niet geheel afsluitbaar zijn. Dat heb ik de afgelopen week wel geleerd. De kou heeft nu echt ingezet, en gekoppeld met een wind die pal op mijn balkonramen/deuren stond had dat tot gevolg dat ik een miserabele nacht met koude tocht op mijn hoofd heb doorgebracht.
Dat nooit meer, dus ben ik de volgende dag meteen naar de dichtstbijzijnde Doe-het-zelver (= Watahan) gegaan en heb alle mogelijke soorten isolatiemateriaal ingeslagen. Ik was duidelijk niet de enige, want het was allemaal afgeprijsd en de schappen waren al bijna leeg. Een van de twee balkondeuren gebruik ik nooit, en omdat die het meeste tochtte heb ik die met zo'n piepschuimstrip helemaal hermetisch dichtgeklemd. Dat was het belangrijkste probleem, maar als je op zoek gaat kom je nog een hoop andere, kleinere kieren tegen die geniepig snel je kamer doen afkoelen. Ik had beter verwacht van een stad en universiteit die zich laten voorstaan op hun zuinigheid en milieubewustzijn.

Om de electriciteitsrekening van mijn kacheltje zo veel mogelijk binnen de perken te houden (de winter is nog lang) heb ik ook geprobeerd die kiertjes te stoppen, maar zonder de nodige fondsen en kennis voor meer rigoureuze ingrepen blijft het behelpen. En omdat er door de brievenbus in mijn voordeur eveneens koude lucht binnen kan komen, word ik van twee kanten belaagd. De schuifdeur tussen keuken en kamer functioneert als een soort sluis, en is ook ijverig afgeplakt aan de kiertjes. Gelukkig heeft iedereen hetzelfde probleem, en is het bevel "Deur dicht!" nu algemeen geaccepteerd.
En dan te bedenken dat de echte winter nog moet beginnen. Doorgewinterde Shinshu-studenten lachen smalend als ze ons horen klagen, en scheppen er schijnbaar demonisch genoegen in ons er aan te herinneren dat ons nog veel erger te wachten staat. Mutsen, handschoenen, sjaals en warme winterjassen worden massaal aangekocht, en er worden tips uitgewisseld over hoe je het best je voeten warm houdt als je aan je bureau zit. Eén woord: tapijttegels. Ze zijn goedkoper en handiger dan een gewoon tapijt, en worden verkocht in pakketjes van 9 stuks. Je schuift ze aan elkaar alsof het puzzelstukjes zijn, en een vierkant van 9 tegels is net groot genoeg om de vloer onder mijn bureautje te bedekken.
Beste idee dat ik in tijden heb gehad, en reken maar dat ik ze mee terug naar huis neem, volgend jaar! Iedere keer dat ik nu achter mijn computer ga zitten kan ik het niet laten nog even na te glunderen over mijn geniale inval.

Ahum, dat terzijde, is de rest van de week rustig verlopen. Donderdag zijn Bregt en ik weer gaan zwemmen, een activiteit die van vertrek tot thuiskomst zo'n 2 uur in beslag neemt, en als resultaat heeft dat ik vervolgens redelijk vroeg als een blok in slaap val. Het zwemmen zelf is fijn na al dat stilzitten in een klaslokaal, zolang je de oude mannetjes negeert die staren alsof ze nog nooit een vrouw in een badpak hebben gezien. Het feit dat we met één welgemikte beenslag hun heup kunnen breken houdt ze vooralsnog op afstand, en voor de rest doen we alsof we ze niet zien - iets waar we hier nogal goed in geworden zijn.
Leuk was wel dat we die donderdag in het zwembad een vriend van klasgenoot Hyon-U zijn tegengekomen. De naam is Pak; ook een Koreaan, maar een gewone student aan Shinshu i.p.v. een uitwisselingsstudent zoals wij. In ieder geval een vriendelijke kerel, en een dezer dagen gaan we waarschijnlijk na het zwemmen eens met hem sushi eten in een kaiten-sushi (lopende band-sushi) restaurant vlakbij het zwembad. Waar je al niet mensen tegenkomt...!

Vandaag hebben we vrij, want het is shichi-go-san-festivaldag (7-5-3-festival; Google het maar), en de les van morgenochtend valt weg, wat dus in essentie neerkomt op een lang weekend. Met dat in het vooruitzicht heb ik afgelopen zaterdag voor een meer actieve planning gekozen dan gewoonlijk, en ben ik een dagje naar Nagano geweest. De belangrijkste attractie is de Zenkoji, een 1400 jaar oude Boeddhistische tempel in een prachtige omgeving. Hij ligt in een directe lijn vanaf het station, en is dus zeer makkelijk te vinden terwijl je ondertussen je ogen uitkijkt in allerlei winkels - waaronder twee monsters van boekenwinkels, hehe.

Overblijfselen van de Olympische Spelen uit 1998 heb ik niet echt kunnen zien, omdat die zich voornamelijk buiten, of aan de andere kant van de stad bevinden. Misschien voor een volgende keer. Een meer gedetailleerde beschrijving houd ik voor een reiscorrespondentie aan de Volkskrant, die in de komende dagen zal verschijnen. De link staat aan de rechterkant op mijn blog. Foto's zullen binnenkort ook online komen.

Na ruim 5 uur in Nagano rondgeslenterd te hebben was het om 15u tijd om terug te gaan, want we hadden met een heel stel afgesproken om eerst naar de arcade te gaan, en vervolgens bij Kano te gaan eten. Die avond heb ik voor het eerst in mijn leven Dance Dance Revolution gespeeld, en op een levensgroot beeldscherm zombies afgeknald. Zeer geslaagd, kunnen we dus wel zeggen.
Toen iedereen stilletjesaan honger begon te krijgen zijn we naar Kano gegaan, waar er gelukkig plaats was voor 9 man, en waar de andere klanten deze invasie van buitenlanders nogal vreemd bekeken; 1 of 2 kunnen ze nog wel behappen, maar 9?! In het begin hadden we dus nogal wat bekijks, maar toen bleek dat we geen kwaad in de zin hadden en alleen maar kwamen eten (wie had dat gedacht?), ontspande men weer en gaf zijn eigen maaltijd de aandacht die het verdiende.
Na het eten hadden we nog steeds geen zin in afscheid nemen, dus hebben we met z'n allen nog bij Olga thuis Twister gespeeld. Niet geheel volwassen natuurlijk, maar vooral wel heel leuk. Er zijn vanzelfsprekend veel foto's van grappige posities genomen, maar omdat de meeste mensen geen Facebook hebben zullen de ogen van de wereld gespaard blijven.

Zondag, Taiko-dag, als altijd. We hebben het stuk van vorige week herhaald, en het eerste deel van een nieuw stuk aangeleerd gekregen. Iedereen is nog steeds erg vriendelijk en helpt ons als we even vast zitten, en alle 'noten' worden op een groot bord geschreven als referentie voor ons. Olga heeft alles ijverig overgeschreven, zodat we voor volgende week weer kunnen oefenen.
In het begin waren we bang dat we alleen maar simpele, monotone ritmes op de achtergrond zouden mogen spelen, maar waar we nu mee bezig zijn heeft de potentie om iets indrukwekkenders te worden. Mijn stokken (bachi) voelen alweer veel meer als de mijne, en ik hoop dat we inderdaad volgend jaar mee mogen doen met een optreden zoals ons al eens gekscherend gezegd is.

Vandaag is over het algemeen een rustig dagje - vandaar dat deze post nogal uitgebreid is - tot we vanavond naar een percussie concert gaan in een nabijgelegen dorpje. Zoals gewoonlijk hebben we gratis kaartjes gekregen; blijkbaar is alles gratis voor internationale studenten van Shinshu: het koorconcert van een paar weken terug, Taiko-lessen, zwemmen (mits speciaal kaartje van de universiteit), musea-bezoeken en nu weer dit concert. Best handig, al zeg ik het zelf. Er is dus bijna elke week wel iets te doen, als je daar behoefte aan hebt.
We zijn ook al gestrikt voor het kerstfeestje op 5 december (ja, ik weet het), om een Nederlands/Belgisch gerecht te koken. We moeten genoeg maken voor zo'n 10 man, en als iedereen dat doet hebben we een fijn multi-culti buffet. Althans, dat is het plan. Nu nog bedenken wat er 'typisch' van bij ons is, waar we de ingrediënten van vinden, wat we kunnen koken en waar je redelijk gemakkelijk grote porties van kunt maken.
Hmm. Pannenkoeken hebben we al gemaakt, we hebben geen frituurpan, geen mixer en geen oven. Suggesties zijn altijd welkom.

Tuesday, 17 November 2009

Nabé-nom, nom nom nom!

De afgelopen week is het weer steeds guurder geworden, en hebben we al verschillende druilerige dagen gehad met bijna nonstop regen. Ik begin bijna te twijfelen aan de regenvrije mooi-weer-winters die mensen me voorspeld hebben. Tegelijk heb ik een nieuwe waardering opgevat voor het liedje 'Klotenweer' van Skik. Je moet je vaderlandse popmuziek toch een beetje bijhouden, niet waar.

Gelukkig waren er toch een aantal lichtpuntjes. Om te beginnen heb ik mijn verslag over afvalverwerking op tijd afgekregen - over de kwaliteit zullen we het maar niet hebben - en netjes ingeleverd. Hopelijk is dat het laatste wat ik van dat bepaalde onderwerp gezien heb, want ik liep er nou niet bepaald warm voor.
Om in de academische sfeer te blijven, heb ik die week ook de resultaten van mijn eerste 2 toetsen terug gehad. Voor conversatie had ik 47/50 punten, en voor grammatica en woordenschat 76,5/100. De tweede had iets beter gekund, maar aangezien het pas de eerste van in totaal 3 toetsen was maak ik me echt nog geen zorgen. Daarnaast bestaat ons uiteindelijke cijfer ook voor een deel uit medewerking, aanwezigheid, etc., en je kan alleen echt zakken als je minder dan 70% aanwezig bent geweest. Klinkt wel een beetje schools wat dat betreft - aan de KUL maakt het officieel niets uit of je wel of niet komt, zolang je de examens maar aflegt - maar het is wel een van de makkelijkste dingen om punten op te winnen.

Donderdag had ik eindelijk weer eens met Miyuki afgesproken. Ze had het de afgelopen tijd nogal druk - ze zit in haar afstudeerjaar - en we hebben 2 weken niet kunnen afspreken. Maar afgelopen donderdag dus weer wel, en blijkbaar hebben alle tutors nieuwe instructies gekregen van meneer Sato. Ze moeten in het vervolg altijd met ons in een klaslokaal afspreken, en ze hebben een lijst met werk-, zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden gekregen die ze ons correct moeten laten vervoegen. Never mind dat we zonder dat te kunnen nooit op ons huidige niveau zouden zijn geraakt. Maar goed, ik heb dus braaf van elke soort de eerste 20 woorden vervoegd, en als beloning voor ons beider inspanningen hebben we nadien bij Miyuki thuis met nog 7 anderen een Nabé-feestje gehouden.
Een nabé is eigenlijk gewoon een grote kookpot op een gasbrander, die je zoals een fonduestel midden op tafel zet. De basis is vlees-, vis- of groentenbouillon (of wat je nog anders kunt bedenken), en dan kun je er zo ongeveer alle ingrediënten bij doen die je wilt zolang er maar een hoop Chinese kool, tofu en noedels bij zitten. Na het hele ding een tijdje te laten borrelen schept iedereen er zelf uit wat hij wil, en eet dat uit zijn eigen kommetje op. Vooral in de winter is dit soort koken heel populair (om de knusheid), en omdat het ook relatief goedkoop is worden er onder studenten veel van dit soort Nabé-parties georganiseerd.

Afgelopen donderdag waren we met een bijna gelijk aantal buitenlanders als Japanners, wat echt wel een goede oefening voor ons bleek te zijn. Weer eens wat anders dan 1-op-1 in een klaslokaal. We hebben 3 keer de pot bijgevuld (nogmaals: Japanners zijn bodemloos), en zijn uiteindelijk om middernacht en 700 yen (zo'n 5,3 euro) armer huiswaarts gekeerd. Inderdaad niet duur!

Omdat je op dat soort avonden toch altijd te veel eet, besloten we de volgende dag weer te gaan zwemmen (mijn voet is trouwens weer ok, en ik heb dinsdag nog eens hardgelopen). Na 45 min. zwemmen, met 20 min. heen- en 20 min. terugfietsen, hadden we wel opnieuw eten verdiend vonden we, dus zijn we nadat Sam zich bij ons had gevoegd naar ons trouwe buurtrestaurant gegaan. Het ding heeft trouwens een naam, zoals Sam mij informeerde: Kano. Dat zou ik wel moeten kunnen onthouden voor de toekomst.
Zaterdag was vooral rustig, maar zondag stond opnieuw in het teken van de Taiko! De spierpijn was aan het begin van de week best erg (met trillende handen en al), maar gelukkig tegen zondag alweer weggeëbd. Dat was maar goed ook, want deze keer hebben we bijna de hele les meegedaan. We kregen inderdaad onze eigen stokken, en hebben een eerste slagroutine aangeleerd gekregen. Ondanks wat nervositeit heb ik die toch redelijk snel opgepikt; mede dankzij de hulp en tips die 1 van de meisjes me tijdens de pauzes gaf. De groep had verder zelf natuurlijk al moeilijkere stukken in haar repertoire, en tijdens de repetities daarvan moesten wij gewoon even gaan zitten en kijken. Niet dat dat een straf was; het voelde juist meer als een privé-concert! En ik ben meer dan ooit gemotiveerd om zo snel mogelijk zelf deel uit te maken van het ensemble.
De spierpijn was gisteren een stuk minder erg dan vorige week; alleen mijn schouderbladen waren wat pijnlijk - en mijn bovenbenen, maar dat komt door de absurd wijde spreidstand die je moet aannemen om je navel ter hoogte van de trommel te krijgen (en die voor mij dus iets dieper is dan voor de rest), en terwijl nog de spanning te behouden. Maar het is allemaal 'goeie' pijn, en hoe vaker ik die spieren gebruik, hoe makkelijker het zal worden.

En nog is het goede nieuws niet op: gistermiddag werd mijn maandag-humeur (= niet al te best) sterk verbeterd door een onverwacht pakje van het thuisfront! Het bleek een Sinterklaas-overlevings-proviand-pakket te zijn, met een chocolade-Sint, zakje pepernoten (Bolletje, natuurlijk) en een cadeautje in de vorm van drie mooie pennetjes die ik hier nergens kan vinden. Dat maakt het missen van de intocht op TV helemaal goed, haha! :D
De Sint is intussen al onthoofd, maar de pepernoten blijven netjes dicht tot 5 december. Je moet iets hebben om naar uit te kijken, toch?

Sunday, 8 November 2009

Over tomaten en trommels

(vrijdag 6/11) Voor de verandering eens een bericht vanop locatie. We hebben net onze schrijfopdrachtjes verbeterd op de (trage) computers van de universitaire PC-klas, en moeten eigenlijk interviewvragen voorbereiden voor volgende week, maar daar zijn Olga en ik allang mee klaar - en eigenlijk heb ik geen zin meer, ook. Het is vrijdag; wat wil je.
Voel me sowieso al een beetje minder, want bij het hardlopen afgelopen dinsdag heb ik blijkbaar een spiertje in mijn linkervoet verrekt; hoewel ik het eerst niet echt voelde, is het de afgelopen 2 dagen steeds erger geworden en doet het steeds pijn als ik loop. Ben dus niet meer gaan hardlopen, uit angst het erger te maken. Vandaag ga ik wel zwemmen met Olga, en als het tijdens het weekend niet beter wordt ga ik maandag naar het medisch centrum van de universiteit.


In ander nieuws: Tegen beter weten in doe ik opnieuw mee aan NaNoWriMo; de Nationale Romanschrijfmaand (excuses voor de ruwe vertaling).

De bedoeling is dat je in 1 maand tijd een verhaal van minstens 50 000 woorden schrijft. Niets verbeteren, gewoon schrijven wat in je opkomt, en achteraf pas alles nalezen. Je hebt geen idee wat voor vreemde plottwists er boven komen drijven, en dat is eigenlijk de bedoeling van dit hele avontuur; je eigen onbewuste creativiteit ontdekken.

Misschien gaat het me dit jaar niet lukken (ik loop nu al achter), maar we gaan er toch voor!


Gisteren hebben we opnieuw pannenkoeken gebakken; een dubbele portie deze keer, want we hadden zowel de jongens te eten als het plan om vandaag een staaltje kookkunst van de Lage Landen mee te nemen naar de koffieklets - excuseer; de les.


(addendum zondag 8/11) Onze pannenkoeken werden zeer geapprecieerd, en het recept is doorgegeven. Ha! Pannenkoeken vs. Pancakes USA style: 1-0. :P Het zwemmen is ook goed gegaan. Het was al een tijd geleden dat ik nog gezwommen had en je moet een belachelijke badmuts op, maar het warme water en gebrek aan drukte maakten veel goed. Nadien was ik heerlijk moe en rozig, en heb die nacht als een blok geslapen.
Gisteren zijn we dan met een groepsuitstapje naar Azumino geweest. Wij dachten dat het zoiets zou zijn als Kamikochi, en dat we de natuur in zouden gaan, maar niets bleek minder waar. Achtereenvolgens hebben we briefkaarten beschilderd - wat uiteindelijk wel geinig was, eten gekookt (of liever: Koreanen eten zien koken), kringdansjes gedaan en een loterijtje gespeeld. Gelukkig hebben we tijdens de afwas nog wel buiten in de zon kunnen zitten en de omliggende bergen bekeken, maar dat was dan ook alles. Het had erger gekund, maar ik had eigenlijk wel betere dingen met mijn tijd kunnen doen.
Als geluk bij een ongeluk heb ik wel een snoopy-mok (loterij) gekregen, en een zak met de lekkerste zoete tomaatjes die je je maar kunt voorstellen. Die kwamen uit de tuin van een van de Japanse deelneemsters, en dat proef je. Normaal gesproken word ik echt niet wild van tomaten, maar deze zijn om aanbeden te worden, zo heerlijk.
Die avond hebben we met de klas en wat aanhangsels (bij elkaar 10 man) bij Olga thuis Okonomiyaki gemaakt - of opnieuw; zien maken, gedronken en een hoop gelachen en gepraat. De mannelijke galantie die in Europa aan het uitsterven is en in Japan en China nooit bestaan heeft, blijkt in Korea nog springlevend. Onze 2 Koreaanse klasgenoten Hyon-U en Kang-U hebben alles klaargezet, gekookt, de vloer opgeruimd en na afloop afgewassen. Ze houden deuren open, dragen zware boodschappentassen en staan hun stoel aan je af. En als dat nog niet genoeg is, blijken ze ook nog gevoel te hebben voor muziek.
Laat ze 10 cm langer zijn, en geef mij zo'n vent maar!


Ahum, in ieder geval, dat was dus gisteravond en het was een groot succes. Vandaag begon daarom dus op een rustig tempo, tot Bregt, Olga en ik dan om 3 uur eindelijk naar onze eerste Taiko-les gingen! Mevrouw Yon van de les "Japan in Azië" zit bij die Taiko-groep (= Japanse percussie), en heeft ons geïntroduceerd. Vandaag hebben we maar een uurtje meegedaan voordat zij weer weg moest en wij dus ook, en dat vond ik nogal jammer. Maar even later bleek dat ik beschermd ben tegen mijn eigen enthousiasme, want op dit moment kan ik een glas water onmogelijk tot aan mijn mond krijgen, is mijn oog-hand coördinatie een beetje wonky en heb ik al 2 blaren. Het eelt dat ik met hockey op mijn handen gekweekt had is in de tussentijd weer grotendeels verdwenen, maar had nu echt wel van pas gekomen.
Volgende week krijgen we waarschijnlijk onze eigen stokken, en gaan we echt van start. Je denkt dat een beetje trommelen niet vermoeiend is, maar om het ritme te houden en je bovenarmen zo min mogelijk te belasten moet je in heel je lichaam de spanning behouden, en dat voel je na een kwartier achter elkaar op zo'n trommel rammen wel.
Maar goed, ik heb er allemachtig veel zin in, ondanks mijn relatieve invaliditeit op dit moment. Ik denk dat ik tegen volgende week zondag wel genoeg gerecupereerd zal zijn om terug te gaan - hopelijk.

Tuesday, 3 November 2009

Z'n gangetje

Blijkbaar zal mijn literair genie toch nog voor mijn dood gewaardeerd worden! Ons kringblad, de Eoos Express, heeft gevraagd om een stukje van mijn blog te mogen gebruiken voor een buitenland-rubriek, dus eeuwige roem is nog maar enkele stappen verwijderd. Maar goed, om mijn naam eer aan te blijven doen zullen we maar gauw over gaan naar de orde van de dag.

Afgelopen donderdag zei Olga in de les tegen mij dat ze naar de kapper wilde, maar niet alleen. En dus ben ik, uit de goedheid van mijn hart, meegegaan. Zelf was ik het eerst helemaal niet van plan, maar het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan. Na het zien van haar frisse korte kapsel, ben ik dan toch overstag gegaan en heb er ook een flink stuk vanaf laten halen. Eerst was ik wel even bang, omdat Aziatisch haar heel anders is dan westers haar, maar dat bleek nergens voor nodig. De grote test is altijd het opdrogen na de eerste wasbeurt, en ik moet zeggen dat ik vind dat het dan nog leuker zit dan na de styling van de kapper. :p
Vrijdag is Bregt toen ook gegaan, en nu is er geen enkele langharige, blonde buitenlandse meer over. Ach ja, wat je belangrijk noemt.
Zaterdag was het Halloween, dus hebben we met z'n 3en Sweeney Todd gekeken; precies bloederig en creepy genoeg, ondanks het ietwat vele zingen - maar de aanwezigheid van Johnny Depp maakt een hoop goed. :) Ook hebben we die dag zwemspullen gekocht, ter ondersteuning van ons ambitieuze plan om regelmatig baantjes te gaan trekken. Daarvoor moesten we een eind fietsen naar het Sport Depot, dat een walhalla op sport- en aanverwante artikelen bleek. Ik denk dat ik er nog wel eens terug zal komen. Jammergenoeg moet je hier in het zwembad ook een badmuts op, dus we zijn blij dat we met z'n 3en zijn; gedeelde smart is halve smart, etc.
Zondag was de 2de dag van het Schoolfeest van de universiteit, wat vooral bestond uit heel veel eetstandjes en hele rits bands met degelijke muziek, maar hopeloos rampzalige zangers. Het enige wat een beetje irritant is, is dat er voor elk standje iemand op marktkoopman-achtige wijze zijn waren staat aan te prijzen. Koppel dit aan schelle, Japanse piepstemmetjes en pikachu-kostuums, en je hebt een fractie van wat we zijn tegengekomen. Als ik nog 1 keer "Irashaimaseeeeeee" in mijn oor hoor tetteren, word ik gek. Wat wel grappig was; 2 jongens kwamen op ons af met een reclamebord voor hun standje. 1 van hen trok onze aandacht, wees over zijn schouder en zei: "Donuts! Donuts! Yes!" Toen wij hem in vriendelijk Japans meedeelden dat we al teveel gegeten hadden, gaf de ander hem een klap op zijn hoofd en riep uit dat we Japans spraken. Toen werden ze helemaal zenuwachtig, maakten rechtsomkeert en renden zowat weg. Verbouwereerd bleven we achter, tot we tot de conclusie kwamen dat ze hadden gedacht dat we Amerikaanse analfabeten waren, en zeer verrast waren toen het tegendeel bleek waar te zijn.
Altijd fijn om te weten wat voor indruk je maakt op mensen.

Maandag was Lilli jarig, en zijn we ons op haar appartement te buiten gegaan aan Pizzahut-pizza en cake, gevolgd door cadeautjes. Was heel gezellig en ondanks dat we haar pas een maand kennen, hebben we toch cadeautjes kunnen vinden die bij haar passen en die ze écht leuk vindt.
Dat was gisteren, en daarom ben ik vandaag maar weer eens gaan hardlopen. Heb best een leuke route gevonden, en als je gewoon accepteert dat mensen toch wel naar je kijken - rood gezicht en gehijg of niet - dan wordt het een stuk makkelijker. 
Je kan nu ook wel voelen dat het een stuk kouder aan het worden is; handschoenen worden alweer nodig, en ik denk dat het tijd wordt om mijn winterjas uit de kast te halen. Ergens ook wel weer leuk, natuurlijk. Ik heb me laten vertellen dat winter in Matsumoto weliswaar koud, maar overwegend mooi is. We zullen zien!