Sunday, 5 September 2010

Terug van weggeweest

Ondanks verschillende afgebroken pogingen tot het schrijven van een blogpost, is het effectief afwerken ervan niet meer gelukt voordat ik terug naar huis moest. Voor een afwezigheid van 3 maanden is zelfs het alom geaccepteerde excuus van "ik had het druk" niet toereikend, dus daar zal ik verder geen woorden aan vuil maken. Intussen ben ik (bijna op de dag af) een maand terug, en heb ik dus al de kans gehad alles een beetje op een rijtje te zetten, en te wennen aan het feit dat ik plotseling weer in mijn "eigen" cultuur terug ben.
Maar voordat we daarover verder gaan, wil ik eerst even in vogelvlucht de laatste periode in Japan doornemen.

Mijn eindpresentatie ging redelijk; 1 stomme fout gemaakt bij het doorklikken van mijn slides, maar voor de rest vond iedereen het toch best interessant. Iedereen moest op dezelfde dag zijn presentatie geven, wat betekent dat we van 9u 's ochtends tot 18u 's avonds in dat lokaal hebben gezeten. Na afloop nog groepsfoto's genomen, en dat was dat. De volgende dag was het afscheidsfeestje voor de internationale studenten, zoals gewoonlijk gehouden in de grote zaal in de Kaikan. Traditiegetrouw ging dit gepaard met allerlei spelletjes, waarvan het resultaat in de foto-slideshow rechts van mijn blog te zien is. 
Geen WC-rol is beschadigd bij het maken van deze foto's.

Op niet-academisch gebied was het grootste evenement natuurlijk het Taiko Matsuri; het grote taiko concert dat op 31 juli en 1 augustus plaatsvond in het park van het kasteel van Matsumoto. Hiervan staan ook een heel aantal foto's in het album op deze pagina.
Op de 31ste waren wij nog niet aan de beurt, en hielpen we vooral met het opbouwen en afbreken voor onze jeugddivisie die wel die dag op het hoofdpodium zou optreden. De zenuwen sloegen die dag dan ook nog niet echt toe, en we hebben dus nog kunnen genieten van de optredens van de andere groepen die meededen. Daarnaast traden onze centrale 3 broers - Toshiharu (Toshi voor de vrienden), Kenji en Kiyoshi - ook beide dagen op; zij verzorgden de openingsceremonie. Bewonderaar die ik ben (geen commentaar) heb ik dat natuurlijk gefilmd, en het resultaat kun je hieronder zien. De fluit is in het begin niet zo goed te horen, maar dat ligt (opnieuw) aan mijn camera.

De schelpen moeten volgens vriendin Kyoko symbolisch dienen als aandachtstrekker voor het publiek; een soort van "komt dat zien, komt dat zien!" effect. Ik ben er nog niet helemaal uit of het bijdraagt of afdoet aan de hele opvoering.
Enfin, de tweede dag waren wij eindelijk aan de beurt. 's Ochtends was het eerst tijd voor de repetitie. Het spreekwoord zegt dat alles wat er in de generale misgaat, tijdens de premiere goed zal verlopen. Welnu, alles wat in de generale mis kon gaan, ging ook daadwerkelijk mis. Ik miste ons instapmoment, liet een stok vallen, en zat op het laatste stuk net een tel ernaast. Duidelijk de zenuwen van voor de eerste keer op dat podium te staan, over het hele plein heen te kunnen kijken, en te beseffen dat het uur U onherroepelijk nadert.

Gelukkig was het die avond donker tegen de tijd dat wij aan de beurt waren, en met al die spots op je gezicht kun je het publiek gelukkig niet zien. Onze set was 2 nummers lang. De groep is redelijk groot, en afgezien van een paar centrale spelers deden de meesten maar 1 nummer mee, waaronder wij. Ons nummer, met het solo-gedeelte, was pas als tweede aan de beurt. Tijdens het eerste hebben we dus trillend in de coulissen gestaan, onbewust air-trommelend en mee-neuriënd met wat er op het podium gebeurde. Tijdens groot applaus was het aan ons om onze taiko mee te nemen naar de juiste positie, en te wachten op het moment van de waarheid.
Het spreekwoord hield stand, en afgezien van een kleine aarzeling die alleen ingewijden zouden opmerken, verliep alles perfect. De adrenaline gierde ons tijdens het buigen nog door het lijf, en tijdens het opbergen van de taiko's hebben Bregt en ik van pure euforie rondgesprongen als konijnen op LSD.
Daarna kwam het besef dat het gewoon nu klaar was. Al die maanden heb je toegeleefd naar een evenement dat (in ons geval) slechts 7 minuten geduurd heeft. Het groepsgevoel is op dat moment zo sterk dat je eigenlijk wilt dat er op zijn minst nog een dag aan vastgeplakt wordt, gewoon zodat het nog niet hoeft te eindigen.
Het was vanaf dat moment dat ik begon te voelen dat ik eigenlijk nog helemaal niet naar huis wilde.
Dat gevoel is die laatste week alleen maar gestegen, culminerend in een jankfestijn van epische proporties tijdens het afscheidsfeestje van de taiko-groep op vrijdag 6 augustus. De volgende ochtend vertrok ik al om 5u30 's ochtends naar het vliegveld, en toen had ik bijna alles willen geven om nog niet weg te moeten. Er is gespeeched en gelachen, er zijn cadeautjes en adressen uitgewisseld, en er is op het eind nog geknuffeld ook - eigenlijk ongehoord voor Japanners. Er is ons verzekerd dat we altijd een plaats bij hun hebben, en dat we zeker op bezoek moeten komen en meetrainen als we nog eens in de buurt zijn.


De terugreis op zaterdag voelde eigenlijk heel onwerkelijk aan; je denkt dat een jaar een lange tijd is, maar het vliegt eigenlijk voorbij. Het is eigenlijk goed dat je in totaal bijna zo'n 24 uur onderweg bent; dan heb je een beetje de tijd om om te schakelen: het verdriet van het afscheid van je af te zetten en je te richten op de blijdschap van het weerzien.


Een directe vlucht Tokyo-Brussel bestaat nog niet, dus ik had een overstap op Schiphol waarop ik 2 uur moest wachten. In het vliegtuig al ergerde ik me mateloos aan het feit dat je meteen weer als onwetende buitenlander wordt behandeld, alle stewardessen ervan uit gaan dat je geen Japans spreekt, niet van Oolong thee houdt, en dat ze zich moeten verontschuldigen voor het feit dat de westerse maaltijden op zijn. Pogingen tot protest zijn futiel, omdat ze boven het geluid van de motoren uit niet registreren dat je in het Japans bezig bent.
Schiphol was jammergenoeg bron voor nog meer irritaties. Het eerste wat me opviel toen ik het vliegtuig afstapte waren 3 dingen: Iedereen is lang, lijkt op mij, en is onbeleefd.
Ok, ik geef toe, Japan is qua beleefdheid en professionele voorkomendheid bijna een unicum in de wereld, maar dit was dan wel weer de andere kant van het spectrum (hoewel vriend Martijn me verzekerd heeft dat het in Rusland nog erger is). Het begon al bij de paspoortcontrole en bagage-check aan de transferbalie; de eerste doet alles met handgebaartjes en zegt helemaal niks, de tweede zegt alleen het volgende:
"Jas uit. Alles uit de zakken."
"Laptop? Uit de tas. Openmaken."
Ik snap dat het een geestdodende, afstompende k*tbaan is waar je hersenen van afsterven, maar kan er echt geen glimlachje vanaf? Of een vriendelijkere toon? Je zou uit pure rancune alsnog terrorist worden. 
Om nog maar niet te spreken van de werknemers van de Starbucks op Schiphol. Ik dacht: 2 uur wachten, ik ben moe; kan best een koffie gebruiken. En om het afkicken van de in Japan alomtegenwoordige Starbucks nog wat uit te stellen, dacht ik: kom, we halen er nog even snel eentje, om het af te leren.
Fout dus. Compleet fout. Er staan daar achter die toonbank 3 jonge barista's die, ondanks de zich opbouwende rij, op een slakkengangetje heen en weer sloffen tussen koffie-apparaat en kassa en duidelijk nauwelijks geïnteresseerd zijn in hun bezigheid. Ok, ik ben verwend, dat weet ik, maar de complete desinteresse waarmee je met opgetrokken wenkbrauw bijna naar je toegeroepen krijgt wat je dan wel wilt hebben, vind ik op het randje. En als je dan braaf staat te wachten op je drankje, en ze het gewoon vergeten te maken en dan op hetzelfde arrogante toontje vragen wat je dan wel niet gehad had willen hebben.... daar kan ik dus niet (meer) tegen.
En sindsdien valt het me elke dag op hoe onvriendelijk we allemaal tegen elkaar zijn. Nergens kan meer een glimlachje vanaf, en van het concept 'service' is eigenlijk nauwelijks meer iets te merken. Dan merk ik wel dat ik toch gewend ben geraakt aan de Japanse omgangsvormen die in het begin zo overdreven leken. En ik besef steeds meer dat ik meer cultuurschok heb beleefd toen ik terugkwam, dan ik had toen ik heenging. Misschien ook door het feit dat je heengaat met de verwachting dat alles anders is dan je gewend bent, en als je terugkomt niet denkt dat je je ergens op hoeft voor te bereiden. 

Ik weet nu wel dat het leven daar eigenlijk nog niet zo slecht is, en dat de irritaties daar weliswaar anders, maar niet erger zijn dan de irritaties hier. Dat houd je altijd, waar ter wereld je ook terecht komt. Ik weet nu wel dat ik daar kan leven, en dat het dus ook geen ramp zou zijn mocht ik ooit voor mijn werk nog eens een paar jaar naar Japan moeten. Dat zou ik eigenlijk helemaal niet erg vinden; ik ben eigenlijk stiekem al mogelijkheden aan het zoeken om volgend jaar al even terug te gaan.

No comments:

Post a Comment