Friday, 26 March 2010

Haisai!

Dat betekent 'hallo' in het Okinawaans. Want dat is waar ik nu ben; op het eiland Okinawa. We zijn nu halverwege onze vakantie hier op de meest tropische plek binnen de Japanse eilandengroep, dus het werd tijd voor weer eens een berichtje.

Vorige week zaterdag heb ik zoals verteld pizza gebakken met Japanse kinderen. Dat was best grappig, maar soms was het nogal moeilijk om duidelijk te maken wat ze moesten doen (we mochten alleen Engels spreken), en om ze zelf aan de praat te krijgen. Het begon om 10u30 's ochtends, tot 17u, dus hoe leuk het ook was, om die tijd vond ik het welletjes worden en was ik blij toen hun moeders ze weer kwamen ophalen.
Meevaller was wel dat ik ook met alles mee mocht eten, en op het einde nog 5000 yen (ong. 40 euro) kreeg voor de gedane moeite. Ik heb wel eens harder moeten werken voor mijn geld!

Zondag was vooral druk met voorbereidingen voor de vakantie, want maandag vertrokken we al om 6u20 's ochtends met de bus naar Tokyo. Dat betekende dat we om half 6 vanaf ons appartement naar het station moesten lopen - de bussen gingen nog niet.
Nadat de bus om 10u aankwam in Tokyo, moesten we met een combinatie van trein en metro op het vliegveld Haneda zien te komen. Op het overstap-station konden we al inchecken, en vanaf daar zijn we met de Tokyo mono-rail naar de luchthaven gegaan. Was best grappig, zo hoog boven de stad uit.
Ons vliegtuig vertrok pas om 13u15, maar het was redelijk druk bij de douane, dus hebben we slechts kort iets gegeten alvorens ons naar de Gate te begeven. Toen we dan eindelijk in onze stoeltjes konden neerploffen was dat met een zucht van verlichting; we hadden alles gehaald zonder erg te moeten haasten, en hadden nu 3 uur voor de boeg waarin we nog even een uiltje konden knappen.

Vanaf de luchthaven van Naha (de hoofdstad van Okinawa) zijn we met de taxi naar onze jeugdherberg gegaan. Met z'n 3en was dat gelukkig niet zo duur. Net als onze kamer trouwens; we hebben een prive-kamer met badkamer (die groter is dan ik thuis heb) voor een heel schappelijke prijs. Met het hostel is niks mis, alleen de foto op internet van het strand dat op 1 minuut van ons verblijf gelegen is was nogal misleidend: daarop was niet te zien dat het strand slechts 50 m. breed is, en er op 20 m. in zee een grote uitstulping van de haven gebouwd is. Niks geen horizon, dus.

De eerste 2 dagen hebben we daarom ergens anders ons heil gezocht, namelijk in het bezoeken van een nabijgelegen replica van wat vroeger de residentie was van de koninklijke familie van de Ryukyu-archipel (die later geannexeerd werd door Japan). Het was best mooi, maar het is jammer dat je weet dat het slechts een replica is die 20 jaar geleden gebouwd is. Dat is hier met alle 'historische' gebouwen zo: op alle plakaatjes staat geheid iets in de trant van 'Helaas is het oorspronkelijke gebouw verloren gegaan in de veldslag om Okinawa in 1945, maar deze replica uit 199- is zeer trouw aan het origineel'.
Ach ja. Je kan het ze moeilijk kwalijk nemen.
Ook zijn we een kijkje gaan nemen in Okinawa World; een themapark gelegen op een uur buiten de stad. Er is een groot ondergronds grottenstelsel, met uitgang en ingang aan weerskanten van het park. Bovengronds hebben ze een pleintje waarrond allerlei ambachten worden gedemonstreerd, een brouwerij van de lokale sake, een glasblazerij, een slangenmuseum (met de lokale addersoort in het bijzonder) en een dans/trommel-demonstratie in traditionele Okinawaanse stijl. Al bij al best een bezoekje waard.

In de stad zelf is kokusai-doori (International Street) de place to be. Daar vind je alle souvenirwinkels, bars, restaurantjes en andere toeristelijkheden. Vooral die souvenirwinkels zijn wel leuk. Het meest verkochte souvenir in Japan zijn lokale delicatessen en koek/snoepjes, en gewoonlijk staat overal een tupperware-doosje bij met koekjes waarvan je mag proeven voordat je iets koopt. Wat wij in elke winkel natuurlijk veelvuldig doen. Uit puur praktische overwegingen weliswaar, want we zijn van plan om een omiyage (souvenir) mee te nemen voor onze maatjes van de Taiko-groep.

Gisteren, op onze 3de dag, was het weer een heel stuk minder goed. Het regende en waaide erg hard, dus hebben we de dag 'thuis' doorgebracht en zijn Bregt en ik 's avonds toen het weer droog was naar de bioscoop gegaan. We hadden een film gevonden in de originele versie met Japanse ondertiteling, dus dat was geen probleem. Ook zijn we aan de praat geraakt met de groep Japanse hippies die het hostel uitbaat en hun vrienden die hier te gast zijn, en met wat andere Europese bezoekers. We tellen een Ierse, een Duitser en een Spanjaard.
Vandaag waaide het nog wel, maar gelukkig geen regen meer. Jammergenoeg nog altijd niet echt strandweer, dus we hebben onze zoektocht maar even uitgesteld. Wel hebben een kort tripje geboekt naar een van de nabijgelegen eilandjes. Daar gaan we dan met de ferry heen, vervolgens met de boot walvissen spotten (die zijn nog in de buurt tot april), en daarna ook overnachten op het eiland. Zonsondergang en -opgang zouden daar verschrikkelijk mooi moeten zijn, net zoals de stranden. Met de vrije tijd die we hebben kunnen we daar ook nog langs het strand gaan snorkelen, of een scooter huren.
Nu hopen dat het weer maandag meezit, zodat alles ook daadwerkelijk doorgaat.
Daarnaast hebben we voor overmorgen een duik-dagtrip geboekt. Met de boot gaan we naar een ander eilandje in de buurt, en daar brengen we dan de hele dag door met eerst te leren scuba-duiken, en dan inderdaad de diepte in om allerlei zeebeesten te bekijken. Volgens het meisje van de winkel zullen er ook Nemo's te zien zijn (clownvissen, voor wie de film niet gezien heeft). Als we geluk hebben zien we ook nog een schildpad. Godzijdank zijn we studenten, dus krijgen we nog korting ook.
Alles bij elkaar betekent dat een heleboel voorpret!

Vanavond gaan we uit met de Duitse jongen en zijn vrienden (waarvan er 1 jarig is), dus kunnen we hier ook het nachtleven eens meemaken. Heb ik al meer dan een uur op deze computer gezeten, en er zijn er maar 2, dus is het tijd om iemand anders een kans te geven.
Ik schrijf binnenkort wel hoe het allemaal nog gegaan is, en of de weergoden ons wat beter gezind zijn geweest dan gisteren.

Monday, 8 March 2010

It. Is. Alive!!!

Wanneer je je agenda erbij moet nemen om je te herinneren wat je sinds de laatste post gedaan hebt, weet je dat het al veel te lang geleden is geweest. Bij deze stel ik jullie dus gerust: Ja, ik leef nog.
Omdat het anders een ellenlange post wordt beschrijf ik de minder recente gebeurtenissen wat minder gedetailleerd. Om te beginnen dus waar ik de vorige keer opgehouden ben: het schoolbezoek.
Het bleek dat ik te vroeg gejuichd had over het feit dat ik Engels moest gebruiken: die kinderen kenden zo weinig van de taal dat ik het meeste d.m.v. tekeningen en mime heb uitgelegd. Enthousiast waren ze gelukkig wel, en hutspot was ook iets geheel nieuws; zeker omdat er geen rijst bij hoort. Die vraag is me wel 3 keer gesteld: "Eet je daar nog rijst bij?" Na een negatief antwoord stonden ze perplex te knipperen - in Japan is een maaltijd niet compleet als er niet ergens rijst in zit of op z'n minst als bijgerecht wordt geserveerd. Maar het minpunt van gebrekkige communicatie werd ruimschoots goedgemaakt doordat ik met de auto werd gehaald en gebracht, gratis lunch en koffie heb gekregen, en daarbovenop nog een salaris van 1000 yen (ong. 8 euro). Ik heb wel minder lucratieve ochtenden gehad.


Dat was op woensdag, en als ik nu mijn agenda erop terugsla zie ik dat de rest van die week erg druk was met het afwerken van de laatste schooldingen, en met voorbereidingen voor de daaropvolgende week vakantie met vriendin Amy die langskwam vanuit België. Ik kon een futon lenen van Sam, en de eerste 2 nachten in Matsumoto heeft Amy dus bij mij geslapen. Daarna hebben we ruwweg het rondje herhaald dat ik met mijn ouders en Max ook heb gedaan, zij het wel de meer low-budget versie. Niet dat ik daarover kan klagen, want het hostel waar we in Kyoto zijn verbleven had een fenomenale prijs/kwaliteit-verhouding. Ook is er in die stad (en errond) zo veel te zien, dat ik slechts 2 dingen opnieuw doorlopen heb. Voor de rest was het voor mij net zo nieuw als voor Amy.
Ook hadden we geluk dat we net op 3 februari in Kyoto waren, want dan is het Setsubun-feest. In tal van Shinto-schrijnen wordt er op de ochtend van die dag een publiek gebed gehouden waarbij er aan de Kami geofferd wordt. Vervolgens werpen de priesters en hun discipelen zakjes met geroosterde sojabonen in het publiek; men zegt dat die geluk brengen. 
Setsubun is de dag waarop in het nieuwe jaar het huis "gereinigd" wordt. De bonen worden gegooid om demonen weg te jagen en te zorgen dat het huis rein is en het geluk uitgenodigd kan worden. Vaak wordt dit nagespeeld d.m.v. 1 gezinslid dat het masker van een demoon draagt, en de rest van de familie die onder leiding van het gezinshoofd de 'demoon' al bonengooiend wegjaagt onder het roepen van "Oni wa soto, fuku wa uchi", wat vrij vertaald "Demonen naar buiten, geluk naar binnen" betekent.
Maar goed, Amy en ik waren dus om 9u op die bewuste ochtend fris en fruitig aanwezig bij de ceremonie van het Fushimi-Inari schrijn - hetgeen de meeste mensen beter kennen als het schrijn waarachter zich het pad met de duizenden rode poorten zich uitstrekt. Een filmpje hiervan zal ik zo snel mogelijk op Volkskrantreizen.nl proberen te posten.
Na 3,5 dagen Kyoto (gedurende waarvan ik ook nog een kleine rëunie met wat KUL-klasgenoten had) zijn Amy en ik doorgegaan naar Tokyo, waar ik wel meer van hetzelfde heb gezien, maar als er een stad is die continu in beweging is, is het Tokyo wel, dus nog steeds geen klachten. Na opnieuw 3 dagen heeft Amy het vleigtuig terug naar België genomen, en ben ik per trein naar mijn bergstadje teruggekeerd.
We hebben ons die week in ieder geval heel goed geamuseerd, waaruit een greep:
Deze keer wel helemaal omhoog het pad gevolgd - Kyoto

Even chillen op een perfect beschut, zonnig plekje op de stoep voor een tempel - Kyoto

Oorwarmers passen in Harajuku, Tokyo.
 Kaiten-sushi (=lopende band) in Asakusa, Tokyo.

De week nadien heb ik vooral genoten van mijn welverdiende rust, en is dus niet noemenswaardig, buiten het korte bezoek van KUL-maatjes Lukas en Thomas die de pracht en praal van Matsumoto - dat is te zeggen, het kasteel - kwamen bewonderen. Zondag kon ik jammergenoeg niet echt lang met ze blijven kletsen, omdat ik zoals gewoonlijk Taiko-training had. We zijn nu echt aan een sneltreinvaart nieuwe nummers aan het leren, en op moment van schrijven hebben we er alweer 4 nieuwe (redelijk) onder de knie. Voor april moet er daar nog 1 bij komen, en moeten we de rest van ons repertoire perfectioneren.

De rest van de tijd is een opeenvolging geweest van kookfeestjes, kotfeestjes, filmfeestjes en geen-speciale-reden-maar-dat-geeft-niet-feestjes met onze lieve vriendjes uit de Kaikan. Dit weliswaar doorspekt met inspanningen voor die vermaledijde Bachelorpaper die wel (nog een beetje) uitgesteld, maar jammergenoeg niet afgesteld kan worden.

Enige gebeurtenis van noot is een feestje van de Taiko-groep, dat ook mooi dienst kan doen als anecdote om wat meer inzicht te verschaffen in de eigenaardigheden van Japanners.
Officieel was dit feestje een 'Nieuwjaarsfeestje' - zij het een beetje laat, in februari - maar in het geheim was het ook de bedoeling om de 70ste verjaardag van de oude opper-sensei te vieren. De man was blij verrast en liet zich verleiden tot een speechje, wat bij hem al snel verzandt in een 20 minuten durend monoloog over zijn leven en loopbaan tot nu toe. Mijn aandacht was al flink afgedwaald toen hij met gepaste trots meldde dat 2 leden van de Taiko-groep naar hem waren gekomen met het nieuws dat ze wilden gaan trouwen. 
Olga en ik waren plots weer bij de les, en keken elkaar verbaasd aan; bij ons weten was er binnen de groep niet eens een koppel! Toen vervolgens het gelukkige paar werd opgeroepen op te staan en de felicitaties in ontvangst te nemen, bleek dat het ging om Kyoko (22 jr), die ons vaak bijles geeft en een vriendin van ons is geworden, en Toshi (24 jr), de oudste van de 3 Taiko-broers die meestal de leiding van de lessen op zich neemt.
Stel je aub even de scène voor: de verloving wordt bekend gemaakt, de gelukkigen staan op.... en bevinden zich aan geheel verschillende kanten van de kamer. Ze glimlachen wat, blozen wat, spreken afzonderlijk een woordje. Na een groot applaus en felicitaties begint het feest echt en..... ze staan afzonderlijk de mensen te woord die allemaal het naadje van de kous willen weten. Ik heb ze de hele avond in de gaten gehouden, en op geen enkel moment zijn ze dichter dan een meter bij elkaar gekomen. Geen knuffel, arm om de schouder, kus op de wang, hand vasthouden, etc. Niets van dat alles. Hoogtepunt van de verbazing was wel toen bleek dat ze al 6,5 jaar een koppel zijn. Ik heb even geverifieerd bij Olga, maar die had ook geen idee dat die twee meer dan slechts teamgenoten waren.
Op het eind van de avond vertrokken ze ook afzonderlijk en op verschillende tijdstippen, met alleen een algemeen afscheid aan de hele groep. In de 5 uur die we in dat zaaltje hebben doorgebracht hebben ze elkaar geen moment aangeraakt of een echt gesprek met elkaar gevoerd.

En dit is volstrekt normaal.
Voor Japanse maatstaven is dit een compleet normale relatie. Niemand die zich afvraagt of die twee elkaar wel echt lief vinden. Japanners zijn erg gesteld op het gescheiden houden van privé en publiek, dat snap ik; ik hoef ook niet te zien hoe mensen elkaars gezicht bijna opeten, zoals in Europa wel eens gebeurt, maar dit is wel meteen het andere uiterste. Het is ook niet alsof de jeugd zich in dit opzicht onderdrukt voelt door de oudere generatie; zelf vinden ze het ook vanzelfsprekend dat je afstand bewaart als je in gezelschap bent. Ik vraag me dan af hoe ze elkaar dan eigenlijk om te beginnen duidelijk maken dat ze de ander wel zien zitten. Het eerste wat me te binnen schiet is iets wat we op de lagere school wel deden: briefjes laten doorgeven met "Wil je verkering met me? Kruis aan ja of nee." Zo zal het (hoop ik) niet in het echt gaan, maar volgens mij zweten ze peentjes als ze zich op deze manier bloot moeten geven.

Ik zou dolgraag willen weten hoe dat hier nou allemaal in zijn werk gaat - zeker in contrast met de 'Love-hotels' die overal open en bloot staan, en die specifiek dienen om koppels de kans te geven in alle rust en privacy(?) seks te hebben. Maar jammergenoeg is het not done om dat soort vragen te stellen, en als je het met een omweg probeert krijg je gegiechel, gemompel en een rooie kop als antwoord.

Naar mijn mening is dit een uitstekende illustratie van het fundamentele verschil in denkwijze en cultuur tussen Westerlingen (of meer specifiek: West-Europeanen) en Japanners. Toen ik het er later over had met ongerelateerde Japanse kennis Higashi, kon die ook alleen maar knikken en zijn schouders ophalen en zeggen: "Zo gaat dat hier."

Oh. Oké dan. Meer kan ik er ook niet van maken. En met dit beetje food for thought laat ik jullie met rust, voor nu.